start > cultuursite > Sápmi - een gevierendeeld land (over grenzen)
Sápmi - een gevierendeeld land (over grenzen)
Deze tekst is nog in ontwikkeling
De traditionele gebieden van de Sámi strekken zich tegenwoordig uit over de grenzen van thans vier verschillende landen: Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland. Bijgaand kaartje geeft een indicatie van de omvang. 1. Dat was lange tijden niet het geval. Pas in de late middeleeuwen gingen de toenmalige koninkrijken Denemarken/Noorwegen, Zweden/Finland en het tsaardom en latere keizerrijk Rusland zich uit geopolitieke en economische overwegingen langzaam maar zeker richten op hun noordelijke gebiedsdelen, dat wil zeggen op Sápmi - het woon- en leefgebied van de Samen. 2.
Dat leidde onder de heersers tot discussie over de vraag wat van wie was. Er ontstond behoefte aan duidelijke afspraken over de grenzen van de koninkrijken. Uiteindelijk werden de grensgeschillen beslecht door oorlogen en daaropvolgende vredesverdragen tussen de koninkrijken. De Samen zelf hadden daar part nog deel aan. Van het grenzeloze Sápmi was geen sprake meer en de Samen werden speelbal van de verschillende staten.
Deze geschiedenis heeft geleid tot de nodige problemen en misstanden die duidelijk zichtbaar worden bij de Samische rendierherders. Die volgen de trekroutes van hun rendieren. De rendieren kennen een seizoenscyclus waarbij ze afhankelijk van het seizoen naar verschillende weidegronden trekken. Nationale grenzen spelen daarbij geen rol. De getrokken grenzen staan echter haaks op de migratieroutes van de rendieren. Die routes gaan van binnenland naar kust, meestal van Oost naar West en vice versa. De nationale grenzen snijden deze routes af en gaan in het algemeen van Noord naar Zuid. Het bestaan en het sluiten van grenzen dwars door Sápmi had daarmee directe en langdurige gevolgen voor de Samen. De geschiedenis van nationale grenzen bevat dan ook verhalen over gedwongen verhuizingen en ontwrichte families, wat heeft geleid tot interne conflicten binnen de Samische gemeenschap. Conflicten die tot op de dag van vandaag nog onopgelost zijn. (Sjöberg 2021, p107-108) 3
Of in de woorden van Samische schrijfster Elin Anna Labba:
1. Vroege geschiedenis
De Samen bevonden zich in de invloedssfeer van veel nationaliteiten. Noorse landbouwkoloniën hadden zich tegen ongeveer 200 na Christus gevestigd aan de kust tot aan de Lofoten toe. De noordwaartse Zweedse expansie bleef lange tijd ten zuiden van de Ume rivier die uitmondt in de Botnische Golf bij Umeå. Dit was de zogenoemde Laplandgrens, die de landbouw- en rendierweidegebieden scheidde.
Rond de noordelijke oevers van de Botnische Golf woonden de Kvenen (in Zweden Birkarlnara genoemd), die de toegang tot Sápmi beheersten vanuit hun centrale nederzettingen rond de golf. De Birkarls waren grootgrondbezitters met speciale rechten op de handel in Lapland, en later op het innen van belastingen 5.
De groeiende belangen van Rusland, Zweden/Finland, Denemarken/Noorwegen bracht hier verandering in. De staatsgrenzen in het noorden waren aan het einde van de 14e eeuw nog ongedefinieerd. Er was meer sprake van invloedssferen met vage grenzen.
Vanaf de 14e tot de 16e eeuw probeerden staten het probleem van het ontbreken van vaste grenzen op te lossen door het instellen van gemeenschappelijke districten. Voor de staten was dit een manier om openlijke conflicten te vermijden en om toegang te verkrijgen tot de rijke natuurlijke hulpbronnen in de gebieden, met name door middel van belasting en handel. Hierdoor moest de bevolking belastingen betalen aan meerdere landen.
De rivaliteit over de noordelijke binnenlandse gebieden nam in de 16e eeuw toe. Noorwegen en Rusland hadden zich noordwaarts uitgebreid. Zweden breidde zich noord- en westwaarts uit in de zogenoemde Lappmarken en voerde ook offensieven oostwaarts richting Russisch grondgebied via Finland.
Tot 1751 was een groot deel van Indre Finnmark onder Zweeds bestuur geplaatst, hoewel ook Noorwegen/Denemarken daar lange tijd belasting hief. Tegen het einde van de 16e eeuw escaleerde de rivaliteit tussen beide landen, toen de Zweedse koning aanspraak maakte op al het land tussen Tysfjord en Varanger, terwijl hij zichzelf "koning der Lappen" noemde. Deze spanning leidde tot de Kalmaroorlog (1611-1613), die eindigde in een Deens/Noorse overwinning. Zweden moest alle aanspraken in Noord-Noorwegen opgeven. In het verdrag van Knäred uit 1613, dat een eind aan deze oorlog maakte, kreeg Noorwegen ook Jämtland en Härjedalen in bezit. Na een nieuwe oorlog gingen deze gebieden in 1645 weer naar Zweden 6
De onrust aan de Zweeds/Finse en Russische grens werd opgelost met het Verdrag van Teusina in 1595, waarin de Zweeds-Russische grens werd getrokken. Hierbij volgde men in beginsel de oude grenzen van Siida 7.
In de eeuw tussen 1751 en 1852 veranderde de positie van de Samen ten opzichte van de staten drastisch.
2. Zweeds-Noorse grens: Strömstadverdrag van 1751
Het jaar 1751 kunnen we als een centraal punt in de Samische geschiedenis gezien. In dat jaar werd het Strömstadverdrag afgesloten tussen Zweden/Finland en Noorwegen/Denemarken. Formeel betrof het een regeling van de belastingen die aan de Samische rendierherders werden opgelegd. Zij zouden voortaan slechts belasting betalen aan één land, ondanks dat hun levensonderhoud in beide landen plaatsvond.
Het verdrag definieerde de Noors-Zweedse grens zoals we die vandaag de dag nog kennen (zie kaartje). In 1751 gebruikten veel Samen weidegebieden die zowel op Noors als Zweeds grondgebied lagen. Aan het verdrag werd daarom een codicil toegevoegd, de Lappkodicillen, die officieel de speciale rechten van de Samen vastlegde. (Lehtola 2010 p36) 8
Of, wederom in de woorden van Elin Anna Labba:
Het Lappencodicil bevat 30 artikelen waarin wordt gespecificeerd hoe en wanneer de Samen (in de tekst aangeduid als "Lappen") de grens mogen oversteken, waarbij hun recht om dit te doen volgens gevestigde gewoonten (sedvana - ongeschreven wet) wordt erkend. (Artikel 10) (Hofverberg 2021).
Aangezien de Lappen de landen van beide rijken nodig hebben, zal het hen volgens oude gewoonte worden toegestaan om in de herfst en lente met hun rendierkuddes over de grens naar het andere rijk te trekken.
Het codicil benadrukte ook dat de Samen aan beide zijden van de grens vriendelijk moesten worden behandeld en hulp en ondersteuning moesten ontvangen indien nodig. Ze mochten niet worden blootgesteld aan plundering of enige vorm van dwang of geweld.(Rapport Noors waarheids- en verzoeningscommissie van 2023).
Het codicil garandeerde dus de traditionele bewegingsvrijheid van de Samen – van het binnenland naar de kust en vice versa – en bevestigde hun rechten om te jagen, rendierkuddes te verplaatsen en zo nodig te verkopen. Het versterkte de rechten van de Samen aan de Zweedse zijde, bijvoorbeeld die van Inari, om vrij te vissen aan de Noorse kust.(Lehtola 2010)
Daarnaast bepaalde het dat de Samen in tijden van oorlog altijd als neutrale partijen moesten worden beschouwd. (Artikelen 10 en 11). Dit betekende dat de toen bestaande vrijstelling van militaire dienst voor de Samen officieel werd bevestigd (Hofverberg 2021).
Het Lappencodicil bevatte daarmee specifieke schriftelijke rechten voor het Samische volk, wat uniek was op het moment van de invoering.
Een nadeel van het akkoord was dat, in tegenstelling tot het Teusin-vredesverdrag, het Strömstad-verdrag de Samische bestuurlijke grenzen (Siida) niet volgde. Zo werd bijvoorbeeld de Tana-rivier in tweeën gedeeld. Het werd letterlijk een grensrivier en dat gaf problemen. Zie hieronder hst 3.1. Er werden geen nieuwe rechten toegekend aan de Samen (Lehtola 2010 p36).
Het codicil stelde echter ook verplichtingen aan de Samen. Ze moesten een staatsburgerschap kiezen en belasting betalen aan één van de twee rijken. Daarnaast moesten ze hun weidegebieden registreren en huur betalen voor het gebruik van grond in het andere rijk (§§ 13 en 14). Ze waren verplicht lijsten te overleggen van het aantal gezinsleden en de grootte van hun rendierkuddes (§ 18). Verder mochten ze geen grond bezitten aan beide zijden van de grens.
Voor 1751 konden Samische individuen of families in zowel Noorwegen als Zweden grond bezitten (lappskatteland in het Zweeds en bøgselland in het Noors) 10. Beide landen eisten dat de Samen belasting betaalden aan de kroon voor deze bezittingen. Maar zoals gespecificeerd in artikel 2 van het codicil, kon een Same na de invoering van de Lappencodicil slechts grond in één land bezitten. Hierdoor moesten de Samen, mits hun belastingbetalingen in beide landen up-to-date waren, kiezen in welk land zij staatsburger wilden zijn en waar zij grond wilden bezitten. (Artikel 4)
Het Lappencodicil stelde ook speciale regels vast voor grensoverschrijdende huwelijken tussen Zweedse en Noorse Samen. Mannen konden van nationaliteit veranderen als hun buitenlandse vrouw meer rendieren had of een eigen belastinggrond in het andere land bezat. Anders gold als algemene regel dat de vrouw de nationaliteit van haar man aannam. (Artikel 8) Deze regel voorkwam ook dat de Samen door middel van huwelijken grotere belastinggebieden konden verkrijgen die beide landen omvatten. Destijds hanteerden de Samen zelf genderneutrale erfregels, terwijl de Zweedse kroon verschillende erfrechtregels had voor steden en landelijke gemeenschappen (Elin Hofverberg 2021).
Ondanks de nadelen werd het codicil van het Strömstad-verdrag zo belangrijk gevonden dat het ook wel de Samische Magna Carta wordt genoemd. De staten waren met dit verdrag zich er duidelijk van bewust dat zij het Samische gebied aan het verdelen waren, maar dat dit geen negatieve invloed mocht hebben op de Samische wijze van levensonderhoud (Lehtola 2010, p36)
In 2021 werd het Lappencodicil officieel door koning Harald overgedragen aan het Samisch archief in Kautokeino 11.
3. Afscheiding Finland van Zweden in 1809
De situatie van de Samen veranderde ingrijpend in de 19e eeuw, toen Sápmi in vieren werd gedeeld in plaats van in twee delen. In 1809 werd Finland als een grootvorstendom met eigen wetten onderdeel van het Russische rijk. Dit betekende dat de grens tussen Zweden en Finland beter werd gedefinieerd en de Samische siida’s aan ofwel de ene dan wel de andere staat werden gekoppeld 7a. In 1826 werd het Njauddam-gebied (Njavdan), dat door Rusland en Noorwegen gezamenlijk werd belast, bij Noorwegen gevoegd (Lehtola 2010)
In de afgesloten overeenkomsten werd een vrije grensovergang verboden. Het Strömstad-verdrag met het Lappencodicil werd dus genegeerd. Rendierherders mochten de grens niet meer oversteken; ook inwoners van de Finse zijde werd het recht ontzegd om in de Varjavuotna [Varangerfjord] te vissen. Deze beperkingen werden echter nog niet strikt gehandhaafd.
Meningsverschillen leidden in 1852 tot de sluiting van de Noors-Finse grens door de Russische tsaar. Het Strömstad-verdrag was daarmee niet langer geldig. Deze maatregel was gunstig voor de delen van de rendierhoederij in Fins Lapland maar niet voor de rendierherders uit Noorwegen die nu waren afgesloten van de Finse wintergebieden. De grenssluiting was een ramp voor de Samische cultuur 8. Met ook nog eens de sluiting van de Fins-Zweedse grens in 1889 betekende dit het einde van het rendiernomadisme. De grenssluitingen doorbraken de traditionele, lange migratieroutes die honderden jaren lang de samenleving van de de Samen hadden gevormd. Dit was vooral zichtbaar in het toendragebied van Noorwegen. Toen de grens hen verhinderde Finland en Zweden binnen te trekken, nam de druk op de winterweiden van Guovdageaidnu [Kautokeino] toe, waar al veel rendieren waren (Lehtola 2010).
De rendierherders uit Finland moesten zich aanpassen aan een bestaan in het binnenland, aangezien ze niet meer naar de Noordelijke IJszee-kust mochten trekken, op enkele uitzonderingen na. De grote rendierkuddes begonnen te slinken. Overbevolking en kleine aantallen rendieren leidden ertoe dat rendierhoederij een secundaire bron van bestaan werd, naar het model van de Bos-Samen. Tegelijkertijd leidde een langer verblijf in één gebied tot een meer permanente manier van wonen.
De Samen reageerden op drie verschillende manieren. Sommigen probeerden in de winter aan de Noorse kant van de grens te blijven (Sara 2006, in Sjoberg 2021). Anderen registreerden zich als Zweedse burgers, zodat ze de grens tussen Noorwegen en Zweden en die tussen Finland en Zweden konden oversteken. Dit betekende dat ze Zweedse burgers werden, zelfs al waren ze zelden in Zweden (Aarseth 1989 in Sjoberg 2021). Weer anderen bleven de grens tussen Noorwegen en Finland oversteken alsof er niets veranderd was, en riskeerden daarbij dat een tiende van hun rendierkudde werd geconfisqueerd (Sara 2006 in Sjoberg 2021).
Rendierherders die Finse burgers waren, bleven eveneens de grens tussen Noorwegen en Finland oversteken. Dit duurde tot 1889, toen ook de grens tussen Finland en Zweden werd gesloten.
Als gevolg daarvan werd de sociale en geografische eenheden (de siida's) van rendierhouderij-opgesplitst. Hoewel sommigen in Finland bleven en daar een meer sedentaire levensstijl moesten aannemen, bleven de meeste groepen binnen de Noorse grens. Verder naar het westen moesten degenen met een Zweeds staatsburgerschap stoppen met het gebruik van hun meest oostelijke zomerweiden en in plaats daarvan de grens tussen Noorwegen en Zweden oversteken ten westen van de grens tussen Finland en Zweden.
De langetermijngevolgen van de veranderende nationale grenzen en staatsburgerschapsregels waren emigratie en herplaatsing van families uit deze regio van Sápmi, wat de lokale Samische gemeenschappen verzwakte. (Sjoberg 2021 p112)
3.1 Utsjoki
Zoals vermeld in hoofdstuk 2 werd de Tana-rivier een grensrivier, een rivier die voorheen dwars door de Siida van Utsjoki liep. De grenssluiting van 1852 markeerde ook het begin van het einde van de visserij aan de Noordelijke IJszee-kust voor de Samen aan de Finse zijde. Noorwegen had de visrechten al in 1871 beperkt. Ook op de belangrijkste Samische waterwegen werden beperkingen opgelegd. De eerste officiële visserijvoorschriften voor de Deatnu (Tana rivier) in 1872-1873 stelden beperkingen aan de Samische, Noorse en Finse vissers (Lehtola 2010 p37).
Het werd Finland, dat sterk had aangedrongen op de grenssluiting, duidelijk dat deze sluiting ernstige gevolgen had voor de Finse Samen. Men wilde aanzienlijke concessies doen aan Noorwegen om de oude situatie voor de Samen uit Utsjoki weer te herstellen. Men heeft zelfs voorgesteld voor om Utsjoki en delen van de gemeente Inari af te staan aan Noorwegen om daarmee het grensprobleem op te lossen. De Zweedse en Noorse autoriteiten reageerden negatief. De Noorse autoriteiten zagen het bovendien als een positief teken dat veel nomadische Sami zich inmiddels hadden gevestigd als permanente bewoners en dat nog meer Sami hun nomadische levensstijl zouden opgeven 12. Kortom, als gevolg van de ingezette vernoorsingspolitiek had men geen belang om het probleem op te lossen. De gevolgen van de beslissing over de Tana-rivier als grensrivier zijn vandaag de dag nog voelbaar. Zie hiervoor de pagina Strijd over visrechten Deatnu/Tana rivier.
4.1 Verbreking unie Noorwegen en Zweden
In 1905 werd de unie tussen Zweden en Noorwegen opgeheven. De Noorse autoriteiten probeerden meer controle te krijgen over de grensgebieden. Ze gaven ook prioriteit aan de belangen van Noorse kolonisten en de landbouw, en beschouwden het beëindigen van de Samische rendierhouderij als een logische consequentie van de toenemende ontwikkeling in deze periode (vernoorsingspolitiek). Desondanks leidden onderhandelingen over de grensoverschrijdende nomadische levenswijze van de Samen tot de ondertekening van een conventie tussen Noorwegen en Zweden. Samische toegang tot rendierweiden werd geregeld in 1919 en verlengd in 1949 en 1972 (Villmo 1989, in Sjoberg 2021).
Volgens de voorwaarden van de conventie van 1919 werd de toegang tot de zomerweiden beperkt en werd een limiet gesteld aan het maximale aantal rendieren. Dit gebied werd als overvol beschouwd met rendieren en rendierherders. De Zweedse autoriteiten namen verdere maatregelen om het aantal rendieren en herders te verminderen. Ze begonnen met de gedwongen verhuizing van rendierherdersgezinnen naar andere Samische gebieden in Zweden.
Nogmaals in de woorden van Elin Anna Labba:
Noorwegen wil landerijen voor zijn Noorse staatsburgers. Dat mensen met rendieren de grens oversteken, is een doorn in het oog van de Noorse staat. Ze horen niet bij Noorwegen, ook al leven ze daar al generaties lang. De weidegronden van de rendieren moeten boerderijen en landbouwgrond worden. “Het nomadenleven is een last voor het land en de vaste bevolking en strookt niet met de belangen en de orde van geciviliseerde samenlevingen,” zegt onder andere Christian Holtermann Knudsen, voorzitter van de Arbeiderspartij, in het Noorse parlement.
In 1919 lossen Zweden en Noorwegen het gezamenlijke probleem op door middel van een rendierweideverdrag, dat grenzen stalt aan het aantal rendieren dat de grens mag oversteken. Indirect bepalen de staten daarmee ook hoeveel mensen van hun huizen aan de Atlantische kust moeten worden verhuisd.
Vanaf 1919, gedurende de jaren 1920 en tot aan het begin van de jaren 1930, voeren de provinciebesturen in Zweden regelrechte gedwongen verhuizingen van rendierhouders uit om het verdrag met het buurland na te komen. In het verdrag staat dat de verhuizingen in overeenstemming moeten zijn met de wensen “van de Lappenbevolking”. In werkelijkheid hebben zij niets te zeggen.
De autoriteiten noemen de oplossing een dislocatie. In het Samisch ontstaat een eigen woord: Bággojohtin. Gedwongen verhuizing. De oudere generatie noemt zichzelf de verplaatsten (sirdolaccat). De oudere generatie noemt zichzelf sirdolaččat. De verplaatsten. De eersten die gedwongen worden te vertrekken, verlaten hun huizen in de veronderstelling dat ze terug mogen keren 13.
Samen in de gebieden waar de nieuwkomers arriveerden, hadden geen vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming gegeven voor de verhuizing van anderen naar hun land. Ze moesten nu meer kuddes rendieren en meer herders accepteren, die er verschillende praktijken op na hielden. Ondertussen werden in het Noorden, waar de weiden waren leeggeruimd, sommige delen van de weiden overgenomen door Samen die zich hadden gevestigd en een sedentaire vorm van rendierhouderij begonnen te beoefenen. Bovendien gaven de Noorse autoriteiten ook toestemming aan rendierherders uit de provincie Finnmark om te verhuizen vanuit gebieden die waren getroffen door de sluiting van de Noors-Finse grens.
Met andere woorden, er was sprake van gedwongen verhuizingen van rendierherders en hun gezinnen in zowel Noorwegen als Zweden, geïnitieerd en geregisseerd door de staatsautoriteiten van beide landen (Sjöberg 2021. p112)
4.1. Botsing Noorse en Zweedse politiek
De Noren voerden een vernoorsingspolitiek gericht op het doen verdwijnen van de Samische cultuur. De Zweden daarentegen voerden voor de rendierherders een ‘lapp-ska-vara-lapp-politik’ [Lappen moeten Lappen blijven]. De overige Samen, de meerderheid, moest net als in Noorwegen volledig opgaan in de Zweedse bevolking.
Een Samische herder, bijvoorbeeld, met migratieroutes over de nationale grenzen heen, kon geen huis bouwen zonder toestemming aan te vragen wanneer hij zich aan de Zweedse kant bevond. Volgens de Zweedse autoriteiten verdroeg vestiging zich niet met de nomadische aard van een Same (Lap). De Zweedse politieke denkbeelden betekende ook dat kinderen van nomadische rendierherdersgezinnen werden ingeschreven in specifieke nomadenscholen en de gezinnen werden uitgesloten van de mogelijkheid om huizen te bouwen of andere manieren van levensonderhoud te kiezen. Dit zou naar verluidt tegen hun nomadische aard ingaan.
Samen die andere manieren van levensonderhoud uitoefenden dan de rendierhouderij werden niet erkend als Samen. Deze groep Samen was blootgesteld aan assimilatie in de reguliere Zweedse samenleving. De logica achter deze maatregelen was dat de Zweedse autoriteiten de Samen beschouwden als een apart ras dat dreigde uit te sterven (zie bijvoorbeeld Amft 2002; Lantto 2000; Lundmark 2008). In hun ogen waren deze maatregelen noodzakelijk om de overgebleven Samische bevolking te redden (Sjöberg 2021).
Toen dezelfde rendierherders echter hun zomerweiden bereikten op het kustgebied aan de andere kant van de grens in Noorwegen, werden ze geconfronteerd met maatregelen die gericht waren op het assimileren van alle Samen in Noren, dus ook de rendierherders en hun gezinnen. Om dit doel te bevorderen, werd de Samische taal verboden in scholen en kerken. Economische prikkels, zoals een beter salaris, werden geboden aan leraren die uitzonderlijk goed waren in het implementeren van dit proces van Noorse assimilatie in Samische gebieden (zie bijvoorbeeld Minde 2005).
Net zoals vergelijkbaar beleid gericht op de niet-rendierhouderende Samische gemeenschappen aan de Zweedse kant van Sápmi, lijken deze inspanningen in Noorwegen veel strakker georganiseerd te zijn geweest. Samen die de grens tussen Zweden en Noorwegen overstaken, werden onderworpen aan tegengestelde beleidsmaatregelen waarvan het conflicterende doel was om, aan de ene kant, uit te sluiten en, aan de andere kant, te assimileren (Sjöberg 2021 p118).
5. Finse en Russische grens 1917
In 1917 werd Finland een onafhankelijke staat en werd de grens tussen Finland en Rusland vastgelegd. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog verloor Finland zijn meest noordelijke gebieden als onderdeel van een vredesregeling tussen Finland en Rusland (Sjoberg 2021, p109).
Dit raakte vooral de Skolt Samen, die zowel in Finland als Rusland wonen en wier taal in beide landen wordt gesproken. Tegenwoordig woont de meerderheid van de Skolt Samen in de gemeente Inari in Finland. Volgens schattingen zijn er ongeveer 300 moedertaalsprekers van Skolt in Finland. Skolt Samen zijn een van de zevenenveertig officieel erkende inheemse volkeren in Rusland. Naar schatting wonen er 1550 Sámi in de oblast Moermansk in Rusland, direct grenzend aan Finland.
In het Russische grensgebied wordt de migratie van rendieren geregeld door een bilateraal verdrag tussen Finland en de voormalige Sovjet-Unie. Vanwege de aard van rendiermigratiepatronen waren er geen spanningen tussen de twee landen over rendiermigratie. 14. Door toetreding van Finland tot de NAVO lopen de spanningen op. Ook de voorgenomen bouw van een grenshek tussen Finland en Rusland zal de migratie van wilde dieren verstoren.
De oorlog van Rusland met Oekraine heeft ook gevolgen voor het verkeer tussen de Noorse en Russische grens. De Noors-Russische grens van 195 kilometer is bijna zeven keer korter dan de Finse grens, maar is ook belangrijk voor de Samen, met name voor de trekroutes van hun rendieren. Hoewel rendieren nog steeds de grens kunnen oversteken, bouwt Noorwegen een hek als gevolg van het recente grensoverschrijdende conflict waarbij Noorse rendierherders en de Pasvik-parkautoriteiten betrokken waren. 15 Dit is niet de eerste keer dat de Noorse autoriteiten een hek hebben gebouwd in het Samische gebied. Een Noors-Finse rendierhek werd opgericht op 18 maart 1952 onder een conventie die bedoeld was om te voorkomen dat rendieren de grens zouden oversteken (Kavanagh 2024).
6. Noors-Finse grenshek 1952
In 1952 besloten de Noorse en Finse regering om een hek te bouwen tussen de Noorse en Finse grens. Doel was te voorkomen dat Finse rendieren in de winter weidegebieden van de Noorse rendieren zouden grazen. De afrastering bestaat nog steeds en wordt onderhouden door de Samen die daarvoor een vergoeding krijgen. Er zijn openingen in het hek voor wandelaars en gemotoriseerde voertuigen 16.
7. Oproep Aslak Holmberg
In 2020 deed Aslak Holmberg de volgende oproep:
Ik zou de autoriteiten eraan willen herinneren dat, hoewel het een oude wetgeving uit de jaren 1750 is, deze nooit is herroepen. Het is nog steeds juridisch bindend, maar wordt niet actief als leidraad beschouwd bij het nemen van beslissingen over de Samen in grensgebieden. Ik zou hen willen aansporen om deze overeenkomsten te respecteren, want de situatie is min of meer hetzelfde voor de Samen die hier nog steeds leven. Wij laten ons niet tegenhouden door de grens in onze samenwerking, en dat zou ook in de wetgeving gewaarborgd moeten worden. We Don’t Let the Border Stop Us
Aslak Holmberg was lid van het Finse Samische parlement en van 2022-2024 president van de Sámiráđđi - Sámi council.
Het is van belang om te memoreren dat het Lappencodicil niet de rechten voor de Samen creëerde maar dat het een reeds bestaand recht erkende dat voortkwam uit oude gewoonte. De rechtsgeleerde Torkel Halvorsen Aschehoug stelde in zijn werk Norges nuværende Statsforfatning uit 1875 dat ook al zou Noorwegen het recht hebben het Lappencodicil op te zeggen dat niet betekent dat Noorwegen het recht heeft om de grens te sluiten voor voor de rendierhoederij van de Zweedse Samen 17
8. Bronnen
Holberg Aslak (2020) We Don’t Let the Border Stop Us
Hofverberg, Elin (2021) blog)
Kavanagh, Elena (2024) The divided Sámi: Indigenous peoples pursuit of Arctic cross-
border peace and sustainability (online
Labba, Elin Anna (2020) Herrarna satte oss hit: Om tvangsforflyttningarna i Sverige
Lehtola, Veli-Pekka 2010 (2004) The Sámi People
Patricia Fjellgren en Malin Nord red. (2021) Inifrån Sápmi, Vittnesmãl frâ stulet land, p65
Sjöberg, L.M. & Sara, M.N., 2021, ‘When justice has borders: Some reflections on national borders in relation to the TRC in Norway’, in S. Guðmarsdóttir, P. Regan & D. Solomons (eds.), Trading justice for peace? Reframing reconciliation in TRC processes in South Africa, Canada and Nordic countries, pp. 107–121, AOSIS, Cape Town.(Vrij te downloaden)
Solbakk, John Trygve (2004) Samene - en håndbok
Zie ook de algemene literatuurlijst.
Noten
De jaarboeken The Indiginous world van The International Work Group for Indigenous Affairs (IWGIA)trekt het gebied verder naar het Zuiden door en neemt de kuststrook van Noorwegen mee. De website van de Zweedse sametinget rekent ook de Zweedse kuststrook tot Sápmi.
Det har alltid funnits gränser, men förr brukade de följa myrkanter, dalar, skogar och fjäll. De nya nordiska riksgränserna går tvärs över alla naturliga system. De skär över betesland, släktband och flyttleder som har använts i tusentals år. När marken skärs upp söndras människor. (Labba 2020 p15).
Elin Anna Labba schreef een boek over de gedwongen verhuizingen (tvångsförflyttningarna) in Zweden. Het gaat ook over haar eigen familie die honderd jaar geleden gedwongen werd om te verhuizen. Het boek heet: Herrarna Satte os hit, om tvångsförflyttningarna i Sverige. [De Heren Brachten Ons Hier, over de gedwongen verhuizingen in Zweden.
- Zie ook Wikipedia: Treaty of Knäred
- Zie ook Wikipedia: Treaty of Teusina.
-Zie ook Wikipedia: Freden i Brömsebro.
- video van de overdracht nrk.no, in het Noors en deels in het Samisch.
- New today, 21 okt 2021
1919 löser Sverige och Norge det gemensamma problemet genom en renbeteskonvention, som begränsar hur mycket ren som får flytta över gränsen. Indirekt bestämmer staterna samtidigt hur många människor som måste förflyttas från sina hem vid Atlantkusten.
Från och med 1919, under hela 1920-talet och början av 1930-talet genomför länsstyrelserna i Sverige regelrätta tvångs- förflyttningar av renskötare för att leva upp till avtalet med grannlandet. I konventionen står det att förflyttningarna ska ske i överenskommelse med önskningar ”hos lappbefolkningen”. I verkligheten har man inget att säga till om.
Myndigheterna kallar lösningen för en dislokation. På samiska föds ett eget ord. Bággojohtin. Tvångsförflyttning. Eller sirdolaččat, som de äldre tvångsförflyttade kallar sig. De förflyttade. De första som tvingas iväg lämnar sina hem i tron att de ska få komma tillbaka.(Labba 2021 p16)
https://hdl.handle.net/10468/16687
"Een dergelijke gewoonte berust duidelijk niet op hetzelfde soort veronderstellingen als die welke hebben geleid tot een internationale overeenkomst. De besproken gewoonte is voortgekomen uit de levenswijze van de Lappen en de aard van de gebieden waarin zij zich bevinden. Daarom moet deze gewoonte zich in elk district onafhankelijk hebben gevormd van wat elders gebeurde of werd toegestaan, en in het algemeen onafhankelijk van politieke omstandigheden. Zelfs als Noorwegen nu gerechtigd is de overeenkomst op te zeggen, betekent dat helemaal niet dat het ook gerechtigd is de gewoonte te schenden volgens welke de Zweedse Lappen sinds onheuglijke tijden elk voorjaar naar de Noorse kust zijn getrokken."
(bron: Bull, K. S. (2023). Konsekvenser av fornorskingen på reindriftens rettigheter - belyst gjennom lovgivning og rettspraksis. I Ekstern utredning for Sannhets- og forsoningskommisjonen. (online (pdf).