start > cultuursite > Samische kunstenaars > Nils-Aslak Valkeapää, multi-kunstenaar
Nils-Aslak Valkeapää, multi-kunstenaar
werk in ontwikkeling
Nils-Aslak Valkeapää (Samische naam Áillohaš ) werd in 1943 geboren in Enontekiö (Finland) en en vestigde zich later in Skibotn (Noorwegen). Hij studeerde aan een lerarenopleiding in Finland. Hij koos voor de lerarenopleiding niet omdat hij daadwerkelijk leraar wilde worden, maar omdat deze opleiding hem trainde in verschillende gebieden waarin hij geïnteresseerd was, waaronder literatuur en muziek.
Nils-Aslak Valkeapää was een veelzijdig artiest: schrijver, muzikant, schilder, fotograaf, dichter, journalist, beeldhouwer, componist, acteur. Harold Gaski omschrijft Valkeapää als 'een inheemse stem en multimedia artiest'.
Een bijzonder belangrijk aspect van de kunst van Nils-Aslak Valkeapää is de holistische aard ervan; hij drukt zich uit in een scala aan media en vormen. Een gedicht kan op zichzelf worden gelezen, maar wordt het best begrepen in relatie tot zijn andere gedichten en, misschien net zo belangrijk, in samenhang met een joik over hetzelfde thema of een beeld dat het gedicht vergezelt in de vorm van een foto, een potloodtekening of een schilderij. In de totaliteit van zijn expressie begrijp je Nils-Aslak het best, al kunnen zijn kunstwerken ook afzonderlijk worden gewaardeerd. Zijn kunst wil open en inclusief zijn, op dezelfde manier waarop hij zelf openstond voor indrukken en invloeden van buitenaf. Invloeden die hem inspireerde en die in zijn werk tot uitdrukking kwam, aldus Harold Gaski.1
Voor Valkeapää zelf was er niets vreemds aan dat hij zich op verschillende manieren uitdrukte. Een natuurlijk leven betekende voor hem geen grenzen.
wanneer ik muziek maak, zie ik het als kleuren en woorden;
wanneer ik schrijf, klinkt er voortdurend muziek in mijn hoofd en zie ik kleuren.
Verschillende kunstvormen komen voort uit dezelfde geest, alleen uitgevoerd met verschillende technieken.
Grenzen en vormen oversteken heeft voor mij altijd natuurlijk aangevoeld.
Wat ik vreemd vind, is iemand die alleen schrijft of alleen tekent. (Lehtola 2004 p132)
Zanger
Nils-Aslak Valkeapää was oorspronkelijk vooral bekend als vertolker van de Samische jojk, een van de oudste muziekvormen in Europa 2.
In 1968 bracht Valkeapää zijn eerste album Joikuja uit, waarin hij de jojk combineerde met instrumenten en geluidseffecten – iets wat nog nooit eerder was gedaan. De uitgave zorgde voor verontwaardiging in verschillende kringen, maar bezorgde hem ook sterrenstatus, vooral onder de jongere generatie in Sápmi. Hij bracht LP’s en cd’s uit met traditionele jojk, vaak gecombineerd met jazz en andere muziekstijlen – lang voordat wereldmuziek en etnische klanken populair werden 3.
In 1994 trad Valkeapää op tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Lillehammer. De jojk die hij daar uitvoerde, was speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerd en werd later op plaat uitgebracht.
Essayist
Valkeapää debuteerde als schrijver in 1971 met Terveisiä Lapista (Groeten uit Lapland). In dit literair, politiek en satirisch pamflet rekent hij af met de vele vooroordelen waarmee het Samische volk wordt geconfronteerd. En veroordeelt hij de minachting en onderdrukking van de Noordse staten jegens de Samen. De keuze voor de titel legt Valkeapää als volgt uit:
Het boek is ook in het Engels en het Duits vertaald.
Dichter
De boodschap van de natuur, de denkwijze van inheemse volkeren en hun wereldbeeld zijn terugkerende thema’s in Valkeapää’s werk. Zijn grootste erkenning als dichter kreeg hij in 1991, toen hij de Noordse Literatuurprijs ontving voor zijn boek Beaivi áhčážan (De Zon, Mijn Vader). Dit werk biedt, door middel van poëzie en fotografie, een uniek inzicht in de cultuur, taal en natuurbeleving van de Sami en andere inheemse volkeren. Tijdens de prijsuitreiking trok hij veel aandacht door de Samische vlag te ontvouwen en de Noordse staten te beschuldigen van het buitensluiten van de Samen uit de Noordse Raad.
De foto's geven een indringend beeld van de historie en cultuur van de Samen. Het werk is in het Zweeds, Noors en Fins vertaald (zonder de foto's) en ook in het Engels onder de titel The sun, my Father (eveneens zonder de foto's). 4
Zijn poëtische werk Ruoktu váimmus, dat hij zelf illustreerde, is ook in het Engels gepubliceerd onder de titel Trekways of the Wind. Deze bundel bevat drie eerdere dichtbundels (Gida ijat cuov'gadat, Lávllo vizár biellocizás, Ádjaga silbasuonat).
Valkeapää’s laatste boek was Eanni, eannážan (De Aarde, Mijn Moeder, 2017), waarin hij liet zien hoe sterk hij zich bewust was van het belang van tradities voor inheemse volkeren. Het boek biedt een bredere kijk op de plaats en betekenis van inheemse volkeren in de wereld. Het vormt daarmee een vervolg op Beaivi áhčážan (De Zon, Mijn Vader). In dat eerdere werk stonden de Samen centraal, terwijl in em>Eanni, eannážan de verteller op reis gaat om andere inheemse volkeren in de jungle en de woestijn te bezoeken. Door het hele boek heen is duidelijk dat de verteller een gast is die niet pretendeert zelf tot de volkeren te behoren die hij bezoekt, maar hij herkent overeenkomsten in waarden en levenswijzen.
Het werk van Nils-Aslak Valkeapää is niet in het Nederlands vertaald.
De poëzie van Nils-Aslak Valkeapää is voornamelijk in het Samisch geschreven. Hij droeg zijn kunst in de eerste plaats op aan het Samische volk, maar ook aan inheemse volkeren wereldwijd. Al zijn dichtbundels zijn oorspronkelijk in het Samisch gepubliceerd, en veel van zijn werken zijn vertaald in meerdere talen, waaronder Engels, Duits, Frans, Japans, Faeröers, Noors en Zweeds.
Hij schrijft over de natuur, die nauw verbonden is met het leven van de Samen. Harold Gaski stelt dat hij niet schrijft over de natuur, neen, hij schrijft natuur. Valkeapää is zo nauw verbonden met het leven zoals het werkelijk wordt geleefd op de toendra, dat poëzie en natuur in zijn werk samensmelten. Zijn schrijfstijl heeft een directe, meeslepende kracht; de taal en de ervaringsgerichte kwaliteit van zijn werk maken de lezer tot een actieve deelnemer in het artistieke proces, aldus Gaski.
In zijn Samische poëtische werken benut hij alle mogelijkheden die de Samische taal biedt, zoals klanken, tonen, nauwkeurigheid, afgeleide woorden en de muzikaliteit van woorden. Valkeepää zegt hierover:
Een jojk vormt vaak het uitgangspunt van Valkeapää’s werk. In deze zangvorm keert een thema op verschillende manieren terug en blijft lang in het gehoor naklinken. Op dezelfde manier probeert hij in zijn werk een bijzondere sfeer of hoofdthema over te brengen. Technisch wordt dit benadrukt door het weglaten van paginanummers en koppen, waardoor de gedichten in elkaar overlopen en samensmelten met de tekeningen en afbeeldingen.
Zie voor een overzicht van het poëtische en literaire werk mijn website noordseliteratuur.nl
De rendierkudde vormt een centraal motief in het werk van Valkeapää. Harald Gaski geeft hiervan een mooie illustratie (Gaski 2008). In gedicht 272 van Beaivi áhčážan (De Zon, Mijn Vader) staat het gedicht verspreid over 7½ pagina's. De tekst bevat allemaal rendier gerelateerde termen. De typografie van het gedicht heeft de vorm van een rendierkudde. Deze vorm vinden we ook terug in zijn tekeningen. De plaats van een woord in de ruimte was voor Valkeapää van groot belang.
De kudde beweegt van rechts naar links, de tegenovergestelde richting van hoe we het boek lezen. Op de laatste pagina's zien we alleen nog de sporen van de kudde (in puntjes).
Het gedicht opent met de dichtregel: láidesteaddji uuuuuuu uuuuuu roahpebiellu gunká.
‘Láidesteaddji’ betekent ‘degene die (lopend of rijdend) een rendier achter zich aan leidt om de rest te laten volgen’
‘Roahpebiellu’ betekent een grote ijzeren bel met een grof, ruw geluid en ook de naam van een vrouwtjesrendier dat zo’n bel draagt.
De uuuuuuu geluiden doen denken aan het roepen of aan drijfkreten om de kudde in beweging te krijgen. roahpebiellu gunká betekent dat de bel klinkt, wat betekent dat het rendier dat de bel draagt in beweging is.
Een paar dieren staan iets los van de rest van de kudde, bijvoorbeeld op pagina 5 links boven. De dichtregel luidt
Dat beeld van enkele dieren die zich afzonderen zien we terug in de volgende pentekening uit het boek Trekways of the Wind.
De twee rendieren staan alleen, gescheiden van de rest van de kudde. De kop is naar de kudde toe gedraaid, bijna in de tegenovergestelde richting. Dit benadrukt de indruk van een observerende rol. Harald Gaski ziet hierin een parallel met de rol van de kunstenaar in de samenleving of van de noaidi, de sjamaan, in de oude Samische maatschappij.
Het gedicht is in de diverse vertalingen van het boek onvertaald gebleven. In het Samisch kun je je zeer specifiek uitdrukken over rendieren. Dat is niet te vertalen met behoud van de gekozen typografie. Professor John Weinstock heeft de moeite genomen een lijst met vertalingen te maken 6. Het is overigens een belevenis om het gedicht zelf te beluisteren. De woorden van het gedicht klinken als we bij de grote rendierkudde aankomen harmonisch door elkaar vergezeld van de de bellen van de kudde. Daarna volgt een yoik (zie noot 4).
Toneelschrijver
Valkeapää schreef ook een toneelstuk dat in 1995 twee keer werd opgevoerd in Japan. Het stuk werd in 2007 voor het eerst in het Samisch opgevoerd in het Sámi-theater Beaivváš onder de titel Ridn’oaivi ja Nieguid Oaidni (De Vorstharige en de Dromenziener). In dit stuk laat hij duidelijk zien hoe wij allemaal deel uitmaken van de natuur, hoe alles met elkaar verbonden is en hoe wij onderling met elkaar in verbinding staan. Het stuk vertegenwoordigt op veel manieren Valkeapää’s artistieke nalatenschap en geeft uitdrukking aan de inheemse overtuiging dat de toekomst van de mensheid afhangt van het tonen van respect voor Moeder Aarde.
Schilder
Vlkaeapää was ook bekend om zijn schilderijen, waarin de motieven vaak waren verbonden met oude Samische tradities. Zijn tekeningen en schilderijen werden wereldwijd tentoongesteld.
Een overzicht van zijn schilderkunst is te zien op de website Noorse digitalmuseum.
Tot en met de eerste helft van de vorige eeuw was de Samische kunst vooral kleinschalig. Het bestond uit objecten die men bij zich droeg: kleding, messen, drinkkommen, vaten, leren gereedschappen, textiel, hout en hoorn, allemaal rijkelijk versierd, geornamenteerd en gemarkeerd. Valkeapää bouwde, net als de andere Samische-kunstenaars die zich in de jaren 70 vestigden, voort op de pioniers van de 20e eeuw binnen de Samische beeldende kunst en kunstnijverheid, duodji.
De Samische kunstenaar Geir Tore Holm laat dit zien aan de hand van een drieluik: schemering - nacht (maan) - dag (zon). Het is te bewonderen in het gezondheidscentrum van Karasjok.
Deze werken uit 1987 markeren het begin van Áillohaš’ nieuwe periode, waarin hij grote acrylcomposities schilderde met krachtige kleuren, aldus Holm. Hij vervolgt:
In deze schilderijen zijn sporen te zien van zijn voorgangers: Nils N. Skums landschappen, Johan Turi’s rendieren en de dansende figuren van Iver Jåks. Maar ook de zorgvuldigheid van het handwerk en de precisie van duodji-meesters als Jon Pålsson Fankki, Per Hætta en Lars Pirak zijn terug te vinden 7. Toch brengt Áillohaš hier een nieuwe dimensie aan, een nieuwe intensiteit. De gestileerde figuren die we herkennen van sjamanendrums en rotstekeningen lijken zich in een nieuwe vorm te manifesteren – ze worden bijna zingend tot leven gewekt in dit blauw-rood-geel-groene universum.
Deze schilderijen zijn als tabletten of iconen, met een ogenschijnlijk onleesbaar schrift. Maar voor de ingewijden zijn ze precieze beschrijvingen van de samenhang tussen geschiedenis, de spirituele wereld en het heden. In dit heden is Sápmi een bewoonbare en veilige plek geworden. Er kan worden gesproken over een Samische natie. Deze boodschap wordt niet expliciet uitgelegd, maar vormt een duidelijke manifestatie van een geschiedenis en het recht van een volk op die geschiedenis. Dit wordt verankerd in beeldtaal en een intense, bijna spirituele zeggingskracht, die bijna als een officiële verklaring voelt:
"Wij bestaan en hebben altijd bestaan. Wij waren hier voordat de kolonisten uit het zuiden kwamen. Wij hebben een geschiedenis. Ondanks dat zoveel van ons is afgenomen en vernietigd, is dit in steen gegrift."
De rotstekeningen van dansende en trommelende mensen bij de zee in Alta, zijn 3.800 jaar oude zegeningen van onze voorouders.
Valkeapää moet zich geroepen, verkozen, bereid en vastberaden hebben gevoeld. Het lijkt erop dat hij een groter project had dan andere kunstenaars: een project over tijd, plaats, bewustzijn en toekomstvisie. Hij werd de voornaamste kunstenaar van het nieuwe Sápmi, en schonk zijn volk gemeenschappelijke beelden en kleuren, net zoals de rotstekeningen in Alta voor hem een visioen moeten zijn geweest van de verdwenen Sami-samenleving.
Daar straalt de levenschenkende Zon door mensen en landschappen, en verbindt ze met de hemelse sferen, de ondergrondse meren, de dieren, de goden en de spirituele wezens. Met altaren en ritmische dansers als tussenpersonen.
Valkeapää's kunst brengt niet alleen een hommage aan de Samische cultuur, maar plaatst haar ook in een groter, wereldwijd perspectief, waarin inheemse volkeren hun geschiedenis en recht op bestaan opeisen. (Holm 2020)
Multi-kunstenaar
Valkeapää onderscheidde zich niet alleen als muzikant, dichter en schilder. Hij was ook beeldhouwer, fotograaf, essayist, toneelschrijver en acteur. Hij speelde in de Oscar-genomineerde film Ofelaš (The Pathfinder) van Nils Gaup uit 1987 en componeerde de openingstune van de film.
Zijn vele talenten en unieke uitstraling maakten hem niet alleen tot een leidende figuur in Sápmi, maar ook onder inheemse volkeren wereldwijd. Van 1978 tot 1981 was hij cultuurcoördinator van de WCIP (World Council of Indigenous Peoples). Hij bezocht inheemse gemeenschappen over de hele wereld en was de initiatiefnemer van het eerste festival voor inheemse kunst en cultuur, Davvi Šuvva, in 1979.
Zijn fotografie is door Stiftelsen Lásságámmi, die zich ontfermt over het werk van Valkeapää, beschikbaar gesteld aan het Noorse digitalmuseum.
Valkeapää stak ook veel tijd en moeite in het creëren van aparte publicatiekanalen voor Samische literatuur en muziek. De eerste Samische uitgeverijen ontstonden begin jaren 70, maar Valkeapää wilde graag een uitgeverij die aansloot bij zijn eigen visie op Samische kunst. Daarom richtte hij, samen met goede vrienden, de uitgeverij DAT op, waar hij artistiek toezicht hield op de productie.
Twee levens
Veli-Pakka Lehtola (2004) ziet dat Nils-Aslak Valkeapää twee levens leefde.
Het eerste leven begon in maart 1943, tijdens de oorlog, toen hij werd geboren in een Samische rendierfamilie. Ze hadden hun winterverblijf in de gemeente Enontekiö / Eanodat, Finland.
In het voorjaar trokken ze naar de kust van Noorwegen bij het fjord Lyngen / Ivgubahta.
Op zijn eigen manier volgde Valkeapää zijn hele leven lang de oude jaarlijkse migratie van de Rendiersamen. Zowel persoonlijk als als kunstenaar was hij een ware "migrerende Same", wiens zwerftochten zich uitstrekten over verschillende kunstvormen en tot de verste hoeken van de wereld.
In februari 1996 raakte Valkeapää ernstig gewond bij een auto-ongeluk nabij zijn huis in Pättikä.
Toen hij wakker werd, zag hij overal bloemen en dacht hij dat hij in de hemel was. Maar in werkelijkheid begon hij aan een nieuw leven, zijn tweede leven. De wereld was voor hem als voor een pasgeboren baby. Hij herinnerde zich niet meer hoe een televisie of computer werkte. Hij verloor zijn buitenlandse talen; sommige, zoals het Noors, kwamen terug, maar Engels nooit meer.
Gezondheidsproblemen dwongen hem te verhuizen naar Skibotn, Noorwegen. Daar liet hij, met hulp van de gemeente en de Noorse overheid, een zeshoekig Lásságámmi-huis bouwen volgens de Samische traditie. Hij trok zich terug uit het openbare leven, maar bleef schrijven.
Zijn tweede leven eindigde vlak na een reis naar Japan. Hij had daar deelgenomen aan een kettingpoëzie-optreden met Finse en Japanse auteurs. Kettingpoëzie is een oude Japanse poëtische traditie, waarbij meerdere auteurs (in dit geval vier) gedichten schrijven die met elkaar verbonden zijn tot een samenhangende voordracht. Valkeapää’s gedicht was de laatste schakel in de keten, en het volledige resultaat werd tegelijkertijd met de uitvoering gepubliceerd in een Japanse krant.
Valkeapää reisde samen met een Japanse vriend, Junichiro Okura, die in Helsinki woont. Het was in het huis van zijn vriend waar Nils-Aslak Valkeapää overleed.
Valkeapää stierf op een manier die een zoon van de Rendiersamen en een dichter waardig is: onderweg.
Hij is begraven op de begraafplaats van Biertavárri, naast de graven van zijn ouders. Op de grafsteen staan de woorden:
Vuoi sáhtášin boahtit
Manan guhkás
Vuoi lagabus livččen
Du váimmu
(Ik vertrek / om te komen / reis ver weg / om dichterbij / jouw hart te zijn).
Dit grafschrift is afkomstig uit het gedicht dat Valkeapää schreef als afsluiting van de kettingpoëzie en is een variant op een deel strofe uit het laatste gedicht uit Trekways of the Wind8. In dat boek luidt het laatste gedicht als volgt :
rested for a while
And now my friend, my dear bird
it is time to leave again
It is always like that
Towards the end
And I take out the white reindeer fur coat
not so new anymore
but not worn either
And I take out the mottled fur shoes
new shoe strings
nice dark fur leggings
the silver belt the gákti
the silk scarf the cap
the fur gloves
And the food pack
I leave
to arrive
go away
to be closer
To the space of your thoughts
to your hart
I crawl
into the heart
I journey
on the sea of time
follow
the tracks of the wind.
Dit gedicht sluit aan bij het eerste gedicht van het boek:
Hello my dear friend
Hello again dear sister
hello dear brother
Once again I get to rest in your thoughts
warm myself by the coals of your feelings
Vertalers: Harald Gaski, Lars Nordström and Ralph Salisbury
In een Nederlandse minder poëtische bewerking:
Voor even was ik bij je, / rustte ik uit, een korte tijd. / Maar nu, mijn vriend, mijn dierbare vogel,
is het weer tijd om te vertrekken. / Zo gaat dat altijd, / zo tegen het einde.
Ik haal de witte rendierbontjas tevoorschijn, / niet meer nieuw, maar ook niet versleten.
Ik haal de gevlekte bontschoenen tevoorschijn, / nieuwe veters, / mooie donkere bontbeenwarmers, / de zilveren riem, de gákti, / de zijden sjaal, de muts,/ de bonthandschoenen, / de etenstas.
Ik vertrek / om aan te komen, / ga weg / om dichterbij te zijn.
Naar de ruimte van jouw gedachten, / naar je hart / kruip ik, / diep het hart in.
Ik reis / op de zee van de tijd, / volg / de sporen van de wind.
En het eerste gedicht kan als volgt worden vertaald:
Hallo, mijn dierbare vriend, / nogmaals hallo, lieve zus, / hallo, lieve broer.
Opnieuw mag ik rusten in jouw gedachten, / mij warmen aan de gloed van jouw gevoelens.
Documentaire
Hieronder treft u een prachtige documentaire van de Zweedse TV (SVT) uit 2017 over het leven van Nils-Aslak Valkeapää. De documentaire heeft een Zweedse ondertiteling (duur 58 minuten)
Solens Son
De Noorse televisie (NRK) zond in 1991 een documentaire uit over het boek Beaivi, Áhcážan. Het is een intiem portret waarin Valkeapää enkele van zijn gedichten voordraagt. De film heeft een Noorse ondertiteling en duurt 30 minuten. Ook zonder ondertiteling zeer de moeite waard.
Bronnen
Gaski, Harold (1996) In the Shadow of the Midnight Sun
-- (2003) The Son of the Sun is Dead in: Scandinavian Studies, Summer 2003, Vol. 75, No. 2 (online).
-- (2008) Nils-Aslak Valkeapää: indigenous voice and multimedia artist, in: Alternative Volume 4, Number 2, 2008 (Engels)
-- (2015) Looking Both Ways: Future and Tradition in Nils-Aslak Valkeapää’s Poetry
in: Bjorg Evjen, Mapping indigenous presence, The University of Arizona Press, hst 9 pp 250-278.
Holm, Geir Tore (2020), I møte med landskapsmaleren Nils-Aslak Valkeapää (online; (Engels uittreksel deel 1 en deel 2
Lásságámmi Foundation, stichting die de erfenis van Nils-Aslak Valkeapää bewaakt en promoot.
Nordlige folk Nils-Aslak Valkeapää (Noors)
© februari 2025
Noten
- wikipedia: Nils Nilsson Skum (Zweeds)
- wikipedia: Johan Turi (Zweeds)
- wikipedia: Iver Jåksi (Noors)
- messenmuseum (Zweeds)
- wikipedia: Per Hætta (Zweeds)
- wikipedia: Lars Pirak (Zweeds)